Nokia 2610 - Aanvullende veiligheidsinformatie

background image

Aanvullende veiligheidsinformatie

Uw apparaat en toebehoren kunnen kleine onderdelen bevatten. Houd ze buiten het bereik van kleine kinderen.

Gebruiksomgeving

Houd u aan speciale voorschriften die in een bepaald gebied van kracht zijn en schakel het apparaat altijd uit
op plaatsen waar het verboden is het apparaat te gebruiken of waar het gebruik ervan storing of gevaar kan
veroorzaken. Gebruik het apparaat alleen in de normale posities. Dit apparaat voldoet aan de richtlijnen voor
blootstelling aan RF-signalen wanneer het op normale wijze tegen het oor wordt gehouden of wanneer het
zich op een afstand van minimaal 2,2 cm (7/8 inch) van het lichaam bevindt. Wanneer het apparaat op het
lichaam wordt gedragen in een draagtasje, riemclip of houder, moeten deze hulpmiddelen geen metaal
bevatten en moet het apparaat zich op de bovengenoemde afstand van het lichaam bevinden.

Voor het overbrengen van databestanden of berichten moet dit apparaat kunnen beschikken over een goede
verbinding met het netwerk. In sommige gevallen kan het overbrengen van databestanden of berichten
vertraging oplopen tot een dergelijke verbinding beschikbaar is. Houd u aan de bovenstaande
afstandsrichtlijnen tot de gegevensoverdracht is voltooid.

Bepaalde delen van het apparaat zijn magnetisch. Metalen voorwerpen kunnen worden aangetrokken door het
apparaat. Houd creditcards en andere magnetische opslagmedia uit de buurt van het apparaat, omdat de
gegevens die op deze media zijn opgeslagen, kunnen worden gewist.

Medische apparatuur

Het gebruik van radiozendapparatuur, dus ook van draadloze telefoons, kan het functioneren van onvoldoende
beschermde medische apparatuur nadelig beïnvloeden. Raadpleeg een arts of de fabrikant van het medische
apparaat om vast te stellen of het apparaat voldoende is beschermd tegen externe RF-energie of als u vragen
hebt. Schakel het apparaat uit in instellingen voor gezondheidszorg wanneer dat voorgeschreven wordt door
ter plaatse aangegeven instructies. Ziekenhuizen en andere instellingen voor gezondheidszorg kunnen gebruik
maken van apparatuur die gevoelig is voor externe RF-energie.

background image

40

Copyright © 2006 Nokia. All rights reserved.

Pacemakers
Fabrikanten van pacemakers adviseren dat er minimaal 15,3 cm (6 inch) afstand moet worden gehouden
tussen een draadloze telefoon en een pacemaker om mogelijke storing van de pacemaker te voorkomen.
Deze aanbevelingen komen overeen met het onafhankelijke onderzoek en de aanbevelingen van Wireless
Technology Research. Mensen met een pacemaker moeten:

• het apparaat op meer dan 15,3 cm afstand (6 inch) van de pacemaker houden;

• het apparaat niet in een borstzak dragen;

• het apparaat bij het oor houden aan de andere zijde van het lichaam dan de zijde waar de pacemaker zich

bevindt, om de kans op storingen te minimaliseren.

Als u vermoedt dat er storing optreedt, moet u het apparaat uitschakelen en uit de buurt van de pacemaker
houden.

Gehoorapparaten
Sommige digitale draadloze apparaten kunnen storingen in bepaalde gehoorapparaten veroorzaken. Neem
contact op met uw netwerkoperator als u last hebt van dergelijke storingen.

Voertuigen

RF-signalen kunnen van invloed zijn op elektronische systemen in gemotoriseerde voertuigen die verkeerd
geïnstalleerd of onvoldoende afgeschermd zijn (bijvoorbeeld elektronische systemen voor brandstofinjectie,
elektronische antislip- of antiblokkeer-remsystemen, systemen voor elektronische snelheidsregeling of
airbagsystemen). Raadpleeg de fabrikant, of diens vertegenwoordiger, van uw voertuig of van hieraan
toegevoegde apparatuur, voor meer informatie.

Het apparaat mag alleen door bevoegd personeel worden onderhouden of in een auto worden gemonteerd.
Ondeskundige installatie of reparatie kan gevaar opleveren en de garantie die eventueel van toepassing is op
het apparaat doen vervallen. Controleer regelmatig of de draadloze apparatuur in uw auto nog steeds goed
bevestigd zit en naar behoren functioneert. Vervoer of bewaar geen brandbare vloeistoffen, gassen of
explosieve materialen in dezelfde ruimte als die waarin het apparaat zich bevindt of onderdelen of toebehoren
daarvan. Voor auto's met een airbag geldt dat de airbags met zeer veel kracht worden opgeblazen. Zet geen

background image

41

Copyright © 2006 Nokia. All rights reserved.

voorwerpen, dus ook geen geïnstalleerde of draagbare draadloze apparatuur, in de ruimte boven de airbag of
waar de airbag wordt opgeblazen. Als draadloze apparatuur niet goed is geïnstalleerd in de auto en de airbag
wordt opgeblazen, kan dit ernstige verwondingen veroorzaken.

Het gebruik van het apparaat in een vliegtuig is verboden. Schakel het apparaat uit voordat u een vliegtuig
binnengaat. Het gebruik van draadloze telecomapparatuur kan gevaarlijk zijn voor de werking van het
vliegtuig, kan het draadloze telefoonnetwerk verstoren en kan illegaal zijn.

Explosiegevaarlijke omgevingen

Schakel het apparaat uit als u op een plaats met explosiegevaar bent en volg alle aanwijzingen en instructies
op. Dergelijke plaatsen zijn bijvoorbeeld plaatsen waar u gewoonlijk wordt geadviseerd de motor van uw auto
af te zetten. Vonken kunnen op dergelijke plaatsen een explosie of brand veroorzaken, waardoor er gewonden
of zelfs doden kunnen vallen. Schakel het apparaat uit bij benzinestations. Houd u aan de beperkingen voor het
gebruik van radioapparatuur in brandstofopslagplaatsen, chemische fabrieken of op plaatsen waar met
explosieven wordt gewerkt. Plaatsen met explosiegevaar worden vaak, maar niet altijd, duidelijk aangegeven.
Het gaat onder andere om scheepsruimen, chemische overslag- of opslagplaatsen, voertuigen die
gebruikmaken van LPG (onder andere propaan of butaan) en gebieden waar de lucht chemicaliën of fijne
deeltjes van bijvoorbeeld graan, stof of metaaldeeltjes bevat.

Alarmnummer kiezen

Belangrijk: Draadloze telefoons zoals dit apparaat maken gebruik van radiosignalen, draadloze netwerken,
kabelnetwerken en door de gebruiker geprogrammeerde functies. Hierdoor kunnen verbindingen niet onder alle
omstandigheden worden gegarandeerd. U moet nooit alleen vertrouwen op een draadloze telefoon voor het tot
stand brengen van essentiële communicatie, bijvoorbeeld bij medische noodgevallen.

background image

42

Copyright © 2006 Nokia. All rights reserved.

Een alarmnummer kiezen:
1. Schakel het apparaat in als dat nog niet is gebeurd. Controleer of de signaalontvangst voldoende is.

In sommige netwerken kan een geldige, correct geplaatste SIM-kaart noodzakelijk zijn.

2. Druk zo vaak als nodig is op de einde-toets om het scherm leeg te maken en het apparaat gereed te maken

voor een oproep.

3. Toets het alarmnummer in voor het gebied waar u zich bevindt. Alarmnummers verschillen per locatie.

4. Druk op de beltoets.

Als u bepaalde functies gebruikt, is het mogelijk dat u deze functies eerst moet uitschakelen voordat u een
alarmnummer kunt kiezen. Als het apparaat in het profiel Offline of Vlucht staat, moet u het profiel wijzigen
om de telefoonfunctie te activeren voordat u een alarmnummer kunt kiezen. Raadpleeg deze handleiding of uw
serviceprovider voor meer informatie.

Geef alle noodzakelijke informatie zo nauwkeurig mogelijk op, wanneer u een alarmnummer belt.
Uw draadloze apparaat is mogelijk het enige communicatiemiddel op de plaats van een ongeluk.
Beëindig het gesprek pas wanneer u daarvoor toestemming hebt gekregen.

Informatie over certificatie (SAR)

Dit mobiele apparaat voldoet aan de richtlijnen voor blootstelling aan radiogolven.

Dit mobiele apparaat is een radiozender en -ontvanger. Het is zo ontworpen dat de grenzen voor blootstelling
aan radiogolven die worden aanbevolen door internationale richtlijnen niet worden overschreden.
Deze richtlijnen zijn ontwikkeld door de onafhankelijke wetenschappelijke organisatie ICNIRP,
en bevatten veiligheidsmarges om de veiligheid van alle personen te waarborgen, ongeacht hun leeftijd
en gezondheidstoestand.

De blootstellingsrichtlijnen voor mobiele apparatuur worden uitgedrukt in de maateenheid SAR (Specific
Absorption Rate). De SAR-limiet in de richtlijnen van het ICNIRP is 2,0 W/kg (watt/kilogram) gemiddeld over
tien gram lichaamsweefsel. Bij tests voor SAR worden de standaardposities gebruikt, waarbij het apparaat in
alle gemeten frequentiebanden het hoogst toegestane energieniveau gebruikt. Het werkelijke SAR-niveau van
een werkend apparaat kan onder de maximumwaarde liggen, omdat het apparaat zo is ontworpen dat niet

background image

43

Copyright © 2006 Nokia. All rights reserved.

meer energie wordt gebruikt dan nodig is om verbinding te maken met het netwerk. De hoeveelheid benodigde
energie hangt af van een aantal factoren, zoals de afstand tot een zendmast waarop u zich bevindt. De hoogste
SAR-waarde onder de ICNIRP-richtlijnen voor gebruik van het apparaat bij het oor is 0,56 W/kg.

Het gebruik van accessoires en toebehoren met het apparaat kan resulteren in andere SAR-waarden.

SAR-waarden kunnen variëren, afhankelijk van nationale rapportage-eisen, testeisen en de netwerkband.
Meer informatie over SAR kunt u vinden onder "product information" op www.nokia.com.